Bij de afweging tussen de al tientallen jaren lang voorgeschreven openstelling van de interne markt enerzijds en de specifieke belangen van het openbare streek- en buurtvervoer van personen anderzijds, is immers nog net de beperkingsmogelijkheid van de openstelling van de netwerken door de nieuwe regeling van lid 3 ter van artikel 10 te rechtvaardigen.
En effet, dans le contexte de la recherche d'un juste équilibre entre l'ouverture du marché intérieur, qui est un objectif depuis des décennies, et les intérêts particuliers des transports publics régionaux et locaux de voyageurs, la possibilité de limiter l'ouverture des réseaux sur la base des nouvelles dispositions du paragraphe 3 ter de l'article 10 peut se justifier.