Vertaling van "afspraken tussen inlichtingendiensten " (Nederlands → Frans) :

22. roept alle lidstaten van de EU, en met name, gelet op zijn resolutie van 4 juli 2013 en zijn onderzoeks-hoorzittingen, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Nederland en Polen op ervoor te zorgen dat hun huidige en toekomstige wetgevingskaders en toezichtsmechanismen voor de activiteiten van inlichtingendiensten in overeenstemming zijn met de normen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming; vraagt deze lidstaten om nadere opheldering over de klachten omtrent massale observatie- en afluisteractiviteiten, zoals massaal afluisteren van grensoverschrijdende telecommunicatie, ongericht afluisteren op kabelverbindingen, mogelijke afspraken tussen inlichtingendiensten en telecommunicatiebedrijven omtrent toegang en uitwisseling van persoonsgegevens, en toegang tot transatlantische kabelverbindingen, inzet van personeel en materieel van Amerikaanse inlichtingendiensten op het EU-gebied zonder toezicht op de observatie-operaties, en de verenigbaarheid van een en ander met de EU-wetgeving; geeft de nationale parlementen van die landen in overweging hun samenwerking met hun toezichtsorganen op gebied van inlichtingendiensten op Europees niveau te intensiveren;
22. invite tous les États membres de l'Union européenne et en particulier, compte tenu de sa résolution du 4 juillet 2013 et de ses auditions d'enquête, le Royaume-Uni, la France, l'Allemagne, la Suède, les Pays-Bas et la Pologne à veiller à ce que leur cadre législatif et leurs mécanismes de contrôle, actuels et à venir, applicables aux activités des services de renseignement soient conformes aux normes de la convention européenne des droits de l'homme et au droit de l'Union européenne en matière de protection des données; invite ces États membres à faire la lumière sur les allégations concernant des activités de surveillance massive, y compris la surveillance massive des communications transfrontalières, la surveillance non ciblée des communications par câble, les accords éventuels passés entre les services de renseignement et des entreprises de télécommunications concernant l'accès aux données personnelles et leur échange et l'accès aux câbles transatlantiques, la présence sur le territoire de l'Union européenne de personnels et d'équipements de renseignement américains sans contrôle sur les opérations de surveillance, et leur compatibilité avec la législation de l'Union; invite les parlements nationaux desdits pays à intensifier la coopération de leurs organes de surveillance des services de renseignement au niveau européen;

23. roept alle lidstaten van de EU, en met name, gelet op zijn resolutie van 4 juli 2013 en zijn onderzoeks-hoorzittingen, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Nederland en Polen op ervoor te zorgen dat hun huidige en toekomstige wetgevingskaders en toezichtsmechanismen voor de activiteiten van inlichtingendiensten in overeenstemming zijn met de normen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming; vraagt deze lidstaten om nadere opheldering over de klachten omtrent massale observatie- en afluisteractiviteiten, zoals massaal afluisteren van grensoverschrijdende telecommunicatie, ongericht afluisteren op kabelverbindingen, mogelijke afspraken tussen inlichtingendiensten en telecommunicatiebedrijven omtrent toegang en uitwisseling van persoonsgegevens, en toegang tot transatlantische kabelverbindingen, inzet van personeel en materieel van Amerikaanse inlichtingendiensten op het EU-gebied zonder toezicht op de observatie-operaties, en de verenigbaarheid van een en ander met de EU-wetgeving; geeft de nationale parlementen van die landen in overweging hun samenwerking met hun toezichtsorganen op gebied van inlichtingendiensten op Europees niveau te intensiveren;
23. invite tous les États membres de l'Union européenne et en particulier, compte tenu de sa résolution du 4 juillet 2013 et de ses auditions d'enquête, le Royaume-Uni, la France, l'Allemagne, la Suède, les Pays-Bas et la Pologne à veiller à ce que leur cadre législatif et leurs mécanismes de contrôle, actuels et à venir, applicables aux activités des services de renseignement soient conformes aux normes de la convention européenne des droits de l'homme et au droit de l'Union européenne en matière de protection des données; invite ces États membres à faire la lumière sur les allégations concernant des activités de surveillance massive, y compris la surveillance massive des communications transfrontalières, la surveillance non ciblée des communications par câble, les accords éventuels passés entre les services de renseignement et des entreprises de télécommunications concernant l'accès aux données personnelles et leur échange et l'accès aux câbles transatlantiques, la présence sur le territoire de l'Union européenne de personnels et d'équipements de renseignement américains sans contrôle sur les opérations de surveillance, et leur compatibilité avec la législation de l'Union; invite les parlements nationaux desdits pays à intensifier la coopération de leurs organes de surveillance des services de renseignement au niveau européen;

Welke stappen heeft de Commissie ondernomen om gehoor te geven aan alle aanbevelingen aan de Commissie in de resolutie van het Europees Parlement van 14 februari 2007 over het verondersteld gebruik door de CIA van Europese landen voor het vervoer en illegaal vasthouden van gevangenen (P6_TA(2007)0032), en met name in paragraaf 193 hiervan, waarin de Commissie wordt verzocht “een beoordeling vanuit mensenrechtenoogpunt te geven van alle antiterreurwetgeving in de lidstaten alsook van alle formele en informele afspraken tussen inlichtingendiensten van lidstaten en die van derde landen met als doel een herziening van wetgeving waarvan internationale en Europese mensenrechtenorganisaties menen dat die tot schending van de mensenrechten kan leiden, en voorstellen te doen voor maatregelen om te voorkomen dat gebeurtenissen zoals die waar de opdracht van de Tijdelijke Commissie betrekking op heeft zich nog eens voordoen”?
Quelles mesures la Commission a-t-elle prises pour mettre en œuvre l’ensemble des recommandations qui lui ont été adressées dans la résolution du Parlement européen du 14 février 2007 sur l’utilisation de pays européens par la CIA pour le transport et la détention illégale de prisonniers (P6_TA(2007)0032), et en particulier au paragraphe 193, qui «demande à la Commission d’entreprendre une évaluation de l’ensemble de la législation antiterroriste en vigueur dans les États membres, ainsi que des accords formels et informels conclus entre les services de renseignement des États membres et de pays tiers, dans une perspective des droits de l’homme, de réformer la législation que les organismes internationaux ou européens de défense des droits de l’homme estiment susceptible de conduire à une violation des droits de l’homme, et de présenter des propositions d’action afin d’éviter que ne se reproduisent des événements tels que ceux relevant des attributions de la commission temporaire»?

Welke stappen heeft de Commissie ondernomen om gehoor te geven aan alle aanbevelingen aan de Commissie in de resolutie van het Europees Parlement van 14 februari 2007 over het verondersteld gebruik door de CIA van Europese landen voor het vervoer en illegaal vasthouden van gevangenen (P6_TA(2007)0032), en met name in paragraaf 193 hiervan, waarin de Commissie wordt verzocht ”een beoordeling vanuit mensenrechtenoogpunt te geven van alle antiterreurwetgeving in de lidstaten alsook van alle formele en informele afspraken tussen inlichtingendiensten van lidstaten en die van derde landen met als doel een herziening van wetgeving waarvan internationale en Europese mensenrechtenorganisaties menen dat die tot schending van de mensenrechten kan leiden, en voorstellen te doen voor maatregelen om te voorkomen dat gebeurtenissen zoals die waar de opdracht van de Tijdelijke Commissie betrekking op heeft zich nog eens voordoen”?
Quelles mesures la Commission a-t-elle prises pour mettre en œuvre l'ensemble des recommandations qui lui ont été adressées dans la résolution du Parlement européen du 14 février 2007 sur l'utilisation de pays européens par la CIA pour le transport et la détention illégale de prisonniers (P6_TA(2007)0032), et en particulier au paragraphe 193, qui "demande à la Commission d'entreprendre une évaluation de l'ensemble de la législation antiterroriste en vigueur dans les États membres, ainsi que des accords formels et informels conclus entre les services de renseignement des États membres et de pays tiers, dans une perspective des droits de l'homme, de réformer la législation que les organismes internationaux ou européens de défense des droits de l'homme estiment susceptible de conduire à une violation des droits de l'homme, et de présenter des propositions d'action afin d'éviter que ne se reproduisent des événements tels que ceux relevant des attributions de la commission temporaire"?

193. verzoekt de Commissie een beoordeling vanuit mensenrechtenoogpunt te geven van alle antiterreurwetgeving in de lidstaten alsook van alle formele en informele afspraken tussen inlichtingendiensten van lidstaten en die van derde landen met als doel een herziening van wetgeving waarvan internationale en Europese mensenrechtenorganisaties menen dat die tot schending de mensenrechten kan leiden, en voorstellen te doen voor maatregelen om te voorkomen dat gebeurtenissen zoals die waar de opdracht van de Tijdelijke Commissie betrekking op heeft zich nog eens voordoen;
193. demande à la Commission d'entreprendre une évaluation de l'ensemble de la législation antiterroriste en vigueur dans les États membres, ainsi que des accords formels et informels conclus entre les services de renseignement des États membres et de pays tiers, dans une perspective des droits de l'homme, de réformer la législation que les organismes internationaux ou européens de défense des droits de l'homme estiment susceptible de conduire à une violation des droits de l'homme, et de présenter des propositions d'action afin d'éviter que ne se reproduisent des événements tels que ceux relevant des attributions de la commission temporaire;

Zo ja, is er ook aandacht voor afspraken en/of een structuur om het beheer van die informanten te coördineren tussen de verschillende inlichtingendiensten ?
Dans l'affirmative, la ministre envisage-t-elle aussi la conclusion d'accords et, ou la création d'une structure pour coordonner la gestion de ces informateurs entre les différents services de renseignement ?

Minister De Gucht liet alleszins verstaan dat het ook mogelijk is dat het gaat om afspraken tussen inlichtingendiensten van de lidstaten.
Selon le ministre De Gucht, il peut s'agir d'accords entre services de renseignement.