(3) Maten a, b, c en â hebben betrekking op een vlak dat evenwijdig loopt aan het referentievlak en dat snijpunten heeft met de twee randen van het afschermkapje op een afstand van e + 1,5 mm.
(3) Les cotes a, b, c et â se réfèrent à un plan parallèle au plan de référence et coupant les deux bords de la coupelle à une distance de e + 1,5 mm.