a) houders van een door een lidstaat afgegeven geldig eenvormig visum, ð geldig rondreisvisum, ï geldig nationaal visum voor lang verblijf of geldige verblijfsvergunning.
a) les titulaires d’un visa uniforme valide, ð d'un visa d'itinérance, ï d’un visa national de long séjour ou d’un titre de séjour délivré par un État membre.