Het verbod op het uitoefenen van het beroep van advocaat in ondergeschikt verband dat door de lokale ordes wordt uitgevaardigd brengt drie fundamentele, door het Belgische recht gegarandeerde vrijheden in het gedrang, namelijk de vrijheid van arbeid, de contractvrijheid én het vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Unie.
L'interdiction édictée par les ordres locaux d'exercer la profession d'avocat dans un lien de subordination, compromet trois libertés garanties par le droit belge, à savoir la liberté du travail, la liberté contractuelle et la libre circulation des travailleurs au sein de l'Union européenne.