De advocaat-generaal stemt niet in met de stelling van Nederland dat werknemers die in Nederland werken maar buiten Nederland wonen, zich niet in een situatie bevinden die vergelijkbaar is met die van in Nederland wonende Nederlandse en migrerende werknemers en dat er derhalve een objectief verschil tussen deze beide categorieën bestaat dat een rechtvaardiging zou vormen voor het woonplaatsvereiste.
L’avocat général rejette l’argument des Pays-Bas selon lequel les personnes travaillant sur son territoire mais résidant ailleurs ne sont pas dans une situation comparable à celle des travailleurs néerlandais et migrants résidant aux Pays-Bas, de sorte qu’il existerait une différence objective entre ces deux catégories qui justifierait la condition de résidence.