16. is van oordeel dat de standpunten van de Commissie met betrekking tot de toezichthoudende rol van de niet-uitvoe
rende organen en de controlerende rol van de controle-organen nogal vaag zijn, en dat ze onvoldoende belang hechten aan deze organen om de rol te vervullen die voor hen is weggelegd; benadrukt dat niet-uitvoerende structuren niet mogen worden beperkt tot een control
erol en dat ook hun adviserende, bemiddelende en netwerkende
functie moet worden erkend, met n
...[+++]ame hun rol om aansluiting te zoeken bij vragen vanuit de samenleving en het algemene belang;
16. juge que les positions de la Commission concernant le rôle de surveillance des organes non exécutifs et le rôle de contrôle des organes exécutifs sont assez floues et ne mettent pas comme il se devrait l'accent sur le fait que ces organes doivent jouer le rôle prévu pour eux; souligne que le rôle des structures non exécutives ne devrait pas être limité au contrôle et que leurs fonctions de consultation, de médiation et d’organisation de réseaux devraient également être reconnues, en particulier le rôle qu’elles jouent dans la mise en relation avec les demandes sociétales et l’intérêt général;