De bepalingen hieromtrent zijn immers te beperkend. In zijn adviespraktijk acht de Raad van State politiemaatregelen alleen dan gewettigd wanneer zij de handhaving van de materiële openbare orde beogen, niet de morele openbare orde.
La jurisprudence du Conseil d'État n'admet la légalité des mesures de police que si celles-ci poursuivent le maintien de l'ordre public matériel et non pas de l'ordre public moral.