Dit betekent dat, in geval van samenloop van de kandidatuur van een plaatsvervangend magistraat met een unaniem advies en de kandidatuur van een geslaagde voor het beroepsexamen met een unaniem advies, de kandidatuur van de geslaagde steeds dient te primeren.
Cela signifie qu'en cas de concours entre la candidature d'un magistrat suppléant qui a fait l'objet d'un avis unanime et celle d'un lauréat de l'examen d'aptitude professionnelle qui a également fait l'objet d'un avis unanime, c'est toujours celle de ce dernier qui doit primer.