2° punt 5° wordt aangevuld als volgt : « c) in geval van afwezigheid, verlof of verhindering van de leidend ambtenaar van het Instituut, van de adjunct - leidend ambtenaar van het Instituut en van de directeur - hoofd van de dienst die de inspectie en de bodem onder zijn bevoegdheden heeft, door een andere directeur-hoofd van een dienst aangewezen door één van deze drie ambtenaren».
2° le point 5° est complété comme suit : « c) en cas d'absence, de congé ou d'empêchement du fonctionnaire dirigeant de l'Institut, du fonctionnaire dirigeant adjoint de l'Institut et du directeur - chef de service ayant l'inspectorat et les sols dans ses attributions, par un autre directeur - chef de service désigné par l'un de ces trois fonctionnaires».