De Minister, bevoegd inzake het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, keurt dan de ontwerpen van het operationeel en het managementplan goed na overleg met de houder van de managementfunctie en rekening houdend met de eventuele opmerkingen van de andere bevoegde ministers.
Le ministre dont c'est la compétence principale approuve alors les projets de plans de management et opérationnel, après concertation avec le titulaire de la fonction de management et en intégrant les remarques éventuelles des autres ministres.