Voor alle niet-routinematige introducties en proefuitzettingen stelt de aanvrager een noodplan op dat ter goedkeuring aan de bevoegde autoriteit wordt voorgelegd en dat onder andere regelingen bevat om bij onvoorziene gebeurtenissen met nadelige gevolgen voor het milieu of de inheemse populaties de geïntroduceerde soort uit het milieu te verwijderen of de dichtheid ervan te verminderen.
Pour toutes les introductions exceptionnelles et disséminations pilotes, le demandeur établit un plan d'urgence, à approuver par l'autorité compétente, comprenant, notamment, l'extraction de l'environnement des espèces introduites ou une réduction de leur densité, en cas d'événements imprévus ayant des effets néfastes pour l'environnement ou pour les populations indigènes.