Het bijkomstige karakter van die activiteiten moet worden beoordeeld in het licht van de hoofdactiviteit in haar geheel, rekening houdend met de materiële middelen die worden aangewend in de hoofdactiviteit, enerzijds, en in de bijkomstige activiteit, anderzijds.
Le caractère accessoire de ces activités doit s'apprécier au [vu] de l'ensemble de l'activité principale en tenant compte des moyens matériels mis en oeuvre dans l'activité principale, d'une part, et dans l'activité accessoire, d'autre part.