15. zet vraagtekens bij de invoering van een proportionaliteitsbeginsel in de Viking-zaak voor acties tegen ondernemingen die, wanneer zij gebruikmaken van het recht van vestiging of het recht om diensten te verlenen over de grenzen heen, opzettelijk arbeidsvoorwaarden ondermijnen; is van mening dat het gebruik van industriële actie buiten kijf zou moeten staan om gelijke behandeling te handhaven en behoorlijke arbeidsomstandigheden zeker te stellen;
15. conteste l'introduction d'un principe de proportionnalité pour les actions menées à l'encontre d'entreprises qui, en se prévalant du droit d'établissement ou du droit de prester des services transfrontaliers, s'attaquent délibérément aux conditions d'emploi; estime que l'on ne saurait remettre en cause le recours à une action collective pour défendre l'égalité de traitement et garantir des conditions de travail décentes;