Nieuwe academische opleidingen die de universiteiten aanbieden in ruil voor de afschaffing van bestaande academische opleidingen, overeenkomstig hetgeen bepaald in artikel 22, die ingegaan zijn voor de datum van inwerkingtreding van dit artikel, komen niet in aanmerking voor de toekenning van de aanvullende middelen, bepaald in artikel 130, § 5.
Les nouvelles formations académiques dispensées par les universités en remplacement des formations académiques existantes supprimées, conformément aux dispositions de l'article 22, qui étaient lancées avant l'entrée en vigueur du présent article, n'entrent pas en ligne de compte pour l'octroi de moyens complémentaires au sens de l'article 130, § 5.