Art. 26. Onverminderd de artikelen 9 en 24, ziet de bevoegde Belgische autoriteit erop toe dat de betrokkenen het recht hebben gebruik te maken van academische titels die hun verleend zijn in de lidstaat van oorsprong, en eventueel van de afkorting daarvan, in de taal van de lidstaat van herkomst.
Art. 26. Sans préjudice des articles 9 et 24, l'autorité compétente belge veille à ce que le droit soit reconnu aux intéressés de faire usage de leur titre de formation qui leur a été conféré dans l'Etat membre d'origine, et éventuellement de son abréviation, dans la langue de cet Etat.