Art. 63. Onverminderd de bepalingen van de wet van 28 december 1967 wordt de minister die de ruilverkaveling in zijn bevoegdheid heeft ertoe gemachtigd binnen de perken van basisallocatie 12.28 van het programma 50 van de organisatieafdeling 61 de lopende uitgaven van welkdanige aard zij mogen zijn te dragen met het oog op de afwatering, al dan niet door middel van kunstwerken, van de waterlopen van eerste categorie bedoeld door de wet van 28 december 1967 en met het oog op de versteviging en bescherming van de dijken en van de oevers van de onbevaarbare waterlopen.
Art. 63. Sans préjudice des dispositions de la loi du 28 décembre 1967, le Ministre qui a les remembrements dans ses attributions est autorisé à prendre en charge, dans les limites de l'allocation de base 12.28 du programme 50 de la division organique 61, les dépenses courantes, quelle que soit leur nature, effectuées pour le drainage, au moyen d'ouvrages d'art ou non, des cours d'eau de première catégorie visés par la loi du 28 décembre 1967, ainsi que pour le renforcement et la protection des digues et des rives des cours d'eau non navigables.