Traduction de «aanzienlijk betere stimulansen » (Néerlandais → Français) :

Dit vergt een aanzienlijke verhoging van de investeringen in menselijk kapitaal, met name door stimulansen te ontwikkelen die bedrijven en particulieren ertoe aanzetten om meer opleidingen te bekostigen, door de informatie, het advies en de begeleiding te verbeteren, door een betere coördinatie van de opleidingsstelsels en een verbetering van het kwaliteitsbeheer, de evaluatie, accreditatie en certificatie van voortgezette beroepsopleidingen.
Cet objectif requiert une augmentation significative de l'investissement dans les ressources humaines, notamment par l'adoption d'incitants susceptibles de convaincre entreprises et individus de payer pour recevoir plus de formation, par une amélioration de la diffusion d'informations, la mise en place de services de conseil et d'orientation, par une meilleure coordination des systèmes d'acquisition des connaissances et enfin par une amélioration de la gestion de la qualité et des procédures d'évaluation, d'accréditation et de certification de la formation professionnelle continue.

Deze aanzienlijke verhoging van de middelen voor de sector – eerder 110 000 EUR per jaar – stelt Kaapverdië in staat de IOO-visserij beter te bestrijden door middel van meer controle en toezicht in zijn exclusieve economische zone, beter beheer van de visbestanden, een dialoog met alle belanghebbende partijen en regionale en internationale samenwerking, betere hygiëne van de visserijproducten alsmede stimulansen voor de ontwikkeling van de ambachtelijke visserij.
Cette augmentation significative de l'enveloppe sectorielle - elle était préalablement de EUR 110 000 par an - devrait permettre de mieux répondre aux besoins du Cap-Vert dans sa lutte contre la pêche INN en renforçant le contrôle et la surveillance de sa ZEE, en améliorant la gestion des ressources halieutiques, en soutenant le dialogue avec l’ensemble des parties prenantes et la coopération régionale et internationale, en améliorant la qualité sanitaire des produits de la pêche et en promouvant le développement de la pêche artisanale.

19. pleit voor een meer op maat geschoeide aanpak ten aanzien van de afzonderlijke partnerlanden, onder andere door beter rekening te houden met hun specifieke geopolitieke kwetsbaarheden, met inachtneming van het differentiatie- en het „meer voor meer”-beginsel, maar waarbij er ook sprake is van algemene coördinatie; is ervan overtuigd dat de diepgang en reikwijdte van de betrekkingen met elk partnerland zijn eigen Europese ambitie, zijn inzet voor gedeelde waarden en de geboekte vooruitgang bij de aanpassing aan de EU-wetgeving moeten weerspiegelen, hetgeen wordt afgemeten aan duidelijke parameters en aan zijn eigen verdiensten; is van mening dat de architectuur van het Oostelijk Partnerschap toekomstgericht en flexibel moet zijn, zowel institutioneel als conceptueel, om te voorzien in stimulansen voor de lange termijn voor alle partners, inclusief de partners die het verst gevorderd zijn, en dus de betrekkingen met de EU verder te intensiveren; is voorts van mening dat het Oostelijk Partnerschap niet alleen aandacht moet schenken aan normatieve doelen, maar ook de burgers moet bereiken via bottum-upbenaderingen die als doel hebben om de voordelen van toekomstige aansluiting te verankeren in de publieke opinie; herinnert eraan dat de voortgang van het partnerschap afhankelijk zal zijn van de vraag of er vooruitgang wordt geboekt en of de landen zich aanzienlijke inspanningen getroosten op het gebied van eerbiediging van de mensenrechten, hervorming van de rechterlijke macht, hervormingen van de overheidsadministratie, bestrijding van corruptie en grotere participatie van de burgers in de openbare besluitvorming;
19. demande l'adoption d'une stratégie plus adaptée selon le pays partenaire et ses faiblesses géopolitiques spécifiques, dans le respect de la notion de différenciation et du principe consistant à donner plus pour recevoir plus ainsi que dans le cadre d'une coordination générale; est fermement convaincu que la profondeur et la portée des relations avec chacun des pays partenaires devraient tenir compte de l'ambition européenne du pays concerné, de son engagement à respecter les valeurs communes et des progrès accomplis en vue d'une harmonisation avec la législation européenne et évalués à l'aune de critères clairs et de leur bien-fondé; estime que l'architecture du partenariat oriental doit être orientée vers l'avenir et souple – du point de vue tant institutionnel que conceptuel – afin de créer des incitations à long terme pour tous les partenaires, y compris les plus avancés, et de continuer à approfondir leurs relations avec l'Union; estime en outre que le partenariat oriental ne devrait pas se porter uniquement sur des objectifs normatifs mais qu'il devrait aussi toucher les citoyens grâce à des méthodes dites ascendantes incitant l'opinion publique à prendre conscience des avantages de l'association envisagée; rappelle que l'évolution du partenariat dépendra des progrès réalisés et des efforts considérables accomplis en matière de respect des droits de l'homme, de réforme du système judiciaire, de réforme de l'administration publique, de lutte contre la corruption et de participation accrue des citoyens dans la prise de décisions des pouvoirs publics;

17. herhaalt zijn beroep op de lidstaten en de Commissie om met het oog op de luchtvervuiling in veel havensteden en regio's, aanzienlijk betere stimulansen te bieden voor de levering van walstroom aan schepen in de haven; vraagt derhalve om een voorstel tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit , waarbij die lidstaten die ingevolge artikel 14 van die richtlijn profiteren van de belastingvrijstelling van bunkerolie, worden verplicht om walstroom in dezelfde mate vrij te stellen van belasting; wijst erop dat gelijke fiscale behandeling van walstroom en bunkerolie voor havens en scheepseigenaars een belangrijke prikkel zou kunnen vormen om bij te dragen aan de vermindering van de luchtvervuiling in havensteden door te investeren in de stroomvoorziening voor schepen in de haven;
17. rappelle qu'il a demandé aux États membres et à la Commission d'améliorer notablement, compte tenu de la pollution de l'air dans de nombreuses villes et régions portuaires, les incitations à l'avitaillement en électricité au départ de la terre des navires au mouillage dans les ports; demande, partant, une proposition de révision de la directive 2003/96/CE du Conseil du 27 octobre 2003 restructurant le cadre communautaire de taxation des produits énergétiques et de l'électricité , qui obligerait les États membres qui recourent à la possibilité, visée à l'article 14 de ladite directive, d'exonérer le carburant de soute à exonérer dans la même mesure l'électricité d'origine terrestre; souligne que l'égalité de traitement de l'électricité et du carburant de soute serait un moyen important d'inciter les ports et les armateurs à contribuer, par des investissements dans l'approvisionnement en électricité des navires au mouillage, à la réduction de la pollution de l'air dans les villes portuaires;

16. herhaalt zijn beroep op de lidstaten en de Commissie om met het oog op de luchtvervuiling in veel havensteden en regio's, aanzienlijk betere stimulansen te bieden voor de levering van walstroom aan schepen in de haven; vraagt derhalve om een voorstel tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit, waarbij die lidstaten die ingevolge artikel 14 van die richtlijn profiteren van de belastingvrijstelling van bunkerolie, worden verplicht om walstroom in dezelfde mate vrij te stellen van belasting; de gelijke fiscale behandeling van walstroom en bunkerolie zou voor havens en scheepseigenaars een belangrijke prikkel kunnen vormen om bij te dragen aan de vermindering van de luchtvervuiling in havensteden door te investeren in de stroomvoorziening voor schepen in de haven;
16. rappelle qu'il a demandé aux États membres et à la Commission d'améliorer notablement, compte tenu de la pollution de l'air dans de nombreuses villes et régions portuaires, les incitations à l'avitaillement en énergie au départ de la terre des navires au mouillage dans les ports; demande, partant, une proposition de révision de la directive 2003/96/CE du Conseil du 27 octobre 2003 restructurant le cadre communautaire de taxation des produits énergétiques et de l'électricité, qui obligerait les États membres qui recourent à la possibilité, visée à l'article 14 de ladite directive, d'exonérer le carburant de soute à exonérer dans la même mesure l'électricité d'origine terrestre, l'égalité de traitement de l'électricité et du carburant de soute étant un moyen important d'inciter les ports et les armateurs à contribuer, par des investissements dans l'approvisionnement en électricité des navires au mouillage, à la réduction de la pollution de l'air dans les villes portuaires;