(f) de kwaliteit van de infrastructuur op het vlak van efficiëntie, veiligheid, beveiliging, klimaat en, waar nodig, weerbaarheid ten aanzien van rampen, milieuprestaties, sociale omstandigheden, toegankelijkheid voor alle gebruikers, kwaliteit van de diensten en continuïteit van de verkeersstromen, te verbeteren of te handhaven;
(f) d’améliorer et/ou d’entretenir la qualité des infrastructures en termes d’efficacité, de sécurité, de sûreté, d'aptitude à faire face aux conditions climatiques et, le cas échéant, aux catastrophes, de performances environnementales, de conditions sociales, d’accessibilité à tous les usagers, de qualité de services et de continuité des flux de circulation;