9. In paragraaf 6 moet niet alleen worden voorgeschreven dat aan het college de gevallen worden gemeld waarin de commissie een uitzonderlijke methode voor het verzamelen van gegevens tijdelijk of definitief heeft stopgezet, maar ook de gevallen waarin de commissie vastgesteld heeft dat een uitzonderlijke methode voor het verzamelen van gegevens waarvan de aanwending reeds beëindigd was, kennelijk onwettig was en de exploitatie ervan heeft verboden.
9. Au paragraphe 6, il y a lieu de prévoir la transmission au Collège non seulement des cas où la commission a mis fin ou a suspendu une méthode exceptionnelle de recherche des données mais également les cas où la commission a constaté l'illégalité manifeste d'une méthode exceptionnelle de recherche déjà terminée et en a interdit l'exploitation.