De Koning kan, op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en van de minister van Justitie, indien het aantal ingediende zaken dit vereist, aanvullende kamers samenstellen.
Si le nombre d'affaires introduites l'exige, le Roi peut, sur la proposition du ministre de l'Intérieur et du ministre de la Justice, constituer des chambres supplémentaires.