De lidstaten moeten ervoor zorgen dat aanbieders van "beschermde diensten" een aantal passende rechtsmiddelen ter beschikking staan, waaronder minimaal een mogelijkheid om schadeloosstelling te eisen, gerechtelijke bevelen of andere preventieve maatregelen alsmede de mogelijkheid, waar gepast, om illegale uitrusting uit het commerciële verkeer te laten nemen.
Les États membres doivent mettre à la disposition des prestataires de "services protégés" une série de voies de droit appropriées, comprenant, au minimum, une action en dommages et intérêts, une mise en demeure ou autre mesure préventive ainsi que la possibilité, lorsque c'est approprié, de éliminer les dispositifs illicites des circuits commerciaux.