E. overwegende dat de EU na de revoluties van de Arabische Lente in Egypte en Tunesië snel de activ
a van de voormalige dictators, hun familieleden en een aantal andere, aan de regimes gerelateerde personen heeft bevroren; overwegende dat de EU in overeenstemming met resolutie 1970 (2011) van de VN-Veiligheidsraad eenzelfde besluit heeft genomen met betrekking tot Libië;
overwegende dat het nieuwe wetgevingskader dat de Raad op 26 november 2012 heeft
...[+++]vastgesteld de lidstaten van de EU toestaat bevroren activa op grond van erkende gerechtelijke uitspraken vrij te geven en naar Egypte en Tunesië te repatriëren;
E. considérant qu'après les révolution du Printemps arabe en Égypte et en Tunisie, l'Union a rapidement gelé les avoirs des anciens dictateurs, de leur famille et d'un certain nombre de personnes liées à ces régimes; qu'une décision analogue, conformément à la résolution 1970 (2011) du Conseil de sécurité de l'ONU, a été adoptée dans le cas de la Libye; que le nouveau cadre juridique adopté le 26 novembre 2012 par le Conseil autorise les États membres à restituer les avoirs gelés, sur la base de décisions de justice, à l'Égypte et à la Tunisie;