38. Behalve in het geval waarin een houder
van tegoeden die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming, om gewettigde redenen aanvaard door
het Fonds, niet in staat was om zijn tegemoetkomingsaanvraag tijdig in te dienen, moeten de tegemoetkomingsaanvragen, op straffe van verval, bij het Fonds worden ingediend uiterlijk bij het verstrijken van een termijn van 2 maanden voor de tegoeden die in aanmerking
komen voor een terugbetaling in het kader van de
...[+++] depositobescherming en van 5 maanden voor de tegoeden die in aanmerking komen voor een schadevergoeding in het kader van de bescherming van financiële instrumenten.
38. Sauf le cas où un titulaire d'avoirs éligibles n'a pas été en mesure de faire valoir à temps, pour des motifs légitimes reconnus par le Fonds, son droit à une intervention, la demande d'intervention doit, sous peine de déchéance, être introduite auprès du Fonds au plus tard à l'expiration d'un délai de deux mois pour les avoirs éligibles au titre de la protection des dépôts et de cinq mois pour les avoirs éligibles au titre de la protection des instruments financiers.