a) Hoe verantwoordt men, in het licht van de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie, de vrijstelling voor deze categorieën van aangifteplichtigen terwijl zij niet geldt voor andere aangifteplichtigen die eveneens — in sommige gevallen — hun mandaat in het jaar na de verkiezingen blijven uitoefenen in afwachting van de installatie van hun opvolger ?
a) Comment justifie-t-on, à la lumière des principes d'égalité et de non-discrimination, la dispense accordée à ces catégories de personnes soumises à déclaration, alors qu'elle ne s'applique pas à d'autres personnes soumises à déclaration qui doivent également, dans certains cas, continuer à exercer leur mandat dans l'année qui suit celle des élections, en attendant l'installation de leur successeur ?
