Dit artikel 40 stelt dat de bij een politieambtenaar ingediende klachten of aangiften, alsook de nopens misdrijven verkregen inlichtingen en gedane vaststellingen worden opgenomen in processen-verbaal die aan de bevoegde gerechtelijke overheden worden toegezonden, en is derhalve een wettelijke toepassing van het grondwettelijk opportuniteitsbeginsel.
L'article 40 en question prévoit que « les plaintes et dénonciations faites à tout fonctionnaire de police, de même que les renseignements obtenus et les constatations faites au sujet d'infractions font l'objet de procès-verbaux qui sont transmis à l'autorité judiciaire compétente », et représente, par conséquent, une application légale du principe constitutionnel d'opportunité.