6° hij behoudt de teelten, met uitzondering van erwten en veldbonen, tot minstens 15 februari van het jaar dat volgt op het jaar van de aangifte, met uitzondering van percelen in polders en duinen, waar de teelt behouden moet blijven tot minstens 15 oktober van het jaar van de aangifte;
6° il maintient les cultures, à l'exception des pois et des fèves, au moins jusqu'au 15 février de l'année qui suit l'année de la déclaration, à l'exception de parcelles situées dans des polders et des dunes, où la culture doit être maintenue au moins jusqu'au 15 novembre de l'année de la déclaration ;