3. In afwijking van de leden 1 en 2 mogen uit hoofde van artikel 7, leden 1, 2 en 4, verstrekte persoonsgegevens doo
r de verzoekende lidstaat worden gebruikt voor de voorkoming van een onmiddellijke en ernstige bedreiging van de openbare veiligheid als hun gebruik nodig is en in redelijke verhouding tot het doeleinde staat ; de verzoekende l
idstaat voorziet de aangezochte lidstaat in dat geval van een kennisgeving ex post waaruit blijkt dat de voorwaarden van noodzaak, redelijke verhouding, dringend karakter en ernst van de bedreigin
...[+++]g vervuld zijn.
3. Nonobstant les paragraphes 1 et 2, les données à caractère personnel transmises au titre de l'article 7, paragraphes 1, 2 et 4, peuvent être utilisées par l'État membre requérant si cette utilisation est nécessaire et proportionnée à l'objectif de prévention d' un danger immédiat et sérieux pour la sécurité publique. Dans ce cas, l'État membre requérant fournit à l'État membre requis une notification a posteriori confirmant le respect des conditions de nécessité, de proportionnalité, d'urgence et de sérieux de la menace.