§ 1. Indien het controle-orgaan in de uitoefening van zijn opdrachten de afwezigheid vaststelt van een aangifte terwijl die vereist was, een afwijking opmerkt of een onregelmatigheid vermoedt, stelt het een advies op waarin de tekortkomingen opgenomen worden die de betrokken persoon aangewreven zouden kunnen worden.
§ 1. Lorsque, dans l'exercice de ses missions, l'organe de contrôle constate l'absence de déclaration alors que celle-ci était requise, relève une anomalie ou suspecte une irrégularité, il établi un avis dans lequel figurent les manquements qui sont susceptibles d'être reprochés à la personne concernée.