b) zij zet een betrouwbaar gemeenschappelijk noodcommunicatie en -informatiesysteem op en beheert dat, om ervoor te zorgen dat het waarnemings- en informatiecentrum en de daartoe door de lidstaten aangewezen contactpunten onderling kunnen communiceren en informatie kunnen uitwisselen;
b) met en place et gère un système commun de communication et d'information d'urgence, qui soit fiable et qui permette la communication et l'échange d'informations entre le centre de suivi et d'information et les points de contact désignés à cet effet par les États membres;