[107] PB C 234 van 15.8.2000, blz. 7. Artikel 12 van dit initiatief voorziet in een systeem van samenwerking tussen de lidstat
en "via de door hen aangewezen .nationale centrale organen .om de daadwerkelijke uitoefening van het omgangsrecht te waarborgen en na afloop van het omgangsrecht de onmiddellijke terugkeer van kinderen naar de ouder die het gezag uitoefent te verzekeren (...) In het bijzonder dienen deze organen, hetzij rechtstreeks hetzij met de medewerking van een tussenpersoon passende maatregelen te nemen om .overeenstemming tussen de ouders in
...[+++]zake de uitoefening van het omgangsrecht te vergemakkelijken door middel van verzoening, bemiddeling of enige andere soortgelijke methode".[107] JO C 234 du 15 août 2000, p. 7. L'article 12 de cette initiative prévoit un système de coopération entre Etats membres "par l'interm
édiaire des organes centraux nationaux qu'ils désignent (...) afin d'assurer l'exercice effectif des droits de visite des enfants et du retour immédiat de ces derniers auprès de leur parent gardien à l'issue de la période du droit de visite (...). En particulier, soit directement soit avec le concours de tout intermédiaire, ces
organes doivent prendre les mesures appropriées pour (...) faciliter toute entente parentale sur l'exercice du droit de visite par la c
...[+++]onciliation, la médiation ou tout autre mode analogue".