Uit uw antwoord van 22 juli 2009 op mijn vraag nr. 164 van 14 januari 2009 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2008-2009, nr. 71, blz. 88) meen ik te mogen uitmaken dat afschrijfbare materiële vaste activa aangeschaft door een vennootschap, die door haar bedrijfsleider/zaakvoerder in beperkte mate en/of slechts tijdelijk privaat worden aangewend, in aanmerking kunnen komen om als richtinggevende berekeningsbasis te dienen voor een belastbaar voordeel van alle aard waarvan sprake in de artikelen 32, tweede lid, 2° en 36, eerste lid, WIB 1992.
J'ai cru comprendre à la lecture de votre réponse du 22 juillet 2009 à ma question n° 164 du 14 janvier 2009 (Questions et Réponses, Chambre, 2008-2009, n° 71, p. 88) que les immobilisations corporelles amortissables acquises par une société qui sont utilisées par le dirigeant d'entreprise/l'administrateur dans une mesure limitée et/ou uniquement temporairement à des fins privées, peuvent entrer en ligne de compte pour servir de base de calcul pour un avantage de toute nature imposable visé aux articles 32, alinéa 2, 2°, et 36, alinéa 1, du CIR 1992.