Artikel 14 van het WIB 1992 bepaalt: «Van de inkomsten van onroerende goederen worden afgetrokken mits zij in het belastbare tijdperk zijn betaald of gedragen: 1o de interest uit hoofde van schulden
die specifiek zijn aangegaan om die goederen te verkrijgen
of te behouden, met dien verstande dat interest betreffende een schuld die voor één enkel onroerend goed is aangegaan, van het totale bedrag van de onroerende inkomsten kan worden afgetrokken; 2o de termijnen en de waarde van ermee gelijkgestelde lasten met betrekking tot de aansc
...[+++]haffing van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten, met uitsluiting van de in artikel 10, § 2, vermelde rechten van gebruik.
L'article 14, du CIR 1992 précise que «des revenus des biens immobiliers sont déduits à la condition d'être payés ou supportés pendant la période imposable: 1o les intérêts de dettes contractées spécifiquement en vue d'acquérir ou de conserver ces biens, étant entendu que les intérêts afférents à une dette contractée pour un seul bien immobilier peuvent être déduits de l'ensemble des revenus immobiliers; 2o les redevances et la valeur des charges y assimilées afférentes à l'acquisition d'un droit d'emphytéose, de superficie ou de droits immobiliers similaires, à l'exclusion des droits d'usage visés à l'article 10, § 2.