Indien de douaneautoriteiten bij visitatie van de lading onderweg of op een douanekantoor van doorgang genoodzaakt zijn verzegelingen te verbreken en/of de herkenningstekens te verwijderen, vermelden zij de nieuw aangebrachte verzegelingen en/of herkenningstekens op de in hun land gebruikte stroken van het TIR-carnet, op de stam van deze stroken alsmede op de stroken die in het TIR-carnet achterblijven.
Si, en cours de route ou à un bureau de douane de passage, les autorités douanières procédant à la visite du chargement sont amenées à rompre les scellements et/ou à enlever les marques d'identification, elles feront mention sur les volets du Carnet TIR utilisés dans leurs pays, sur les souches correspondantes et sur les volets restant dans le Carnet TIR, des nouveaux scellements et/ou marques d'identification apposés.