De overeenkomst strekt tot wederzijdse bescherming van geografische aanduidingen (dat wil zeggen beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen) teneinde hiermee het bilaterale handelsverkeer te vergemakkelijken, de kwaliteit binnen de voedingsketen te verbeteren en recht te doen aan duurzame plattelandsontwikkeling.
Il prévoit la protection réciproque des indications géographiques (c'est-à-dire les appellations d'origine protégées (AOP) et les indications géographiques protégées (IGP)) afin d'améliorer les conditions des échanges bilatéraux, de promouvoir la qualité dans la chaîne alimentaire et de préserver la valeur d'un développement rural durable.