De Raad onderstreept dat het van belang is de jongerenwerkers en de verantwoordelijken van jongerenorganisaties aan te sporen om in hun werk met de jongeren aandacht te besteden aan de sociale en culturele realiteit in derde landen, waardoor zij de inspanningen van de Lid-Staten ondersteunen, ten einde onverdraagzaamheid, racisme en vreemdelingenhaat te voorkomen en solidariteit te bevorderen.
Il souligne qu'il importe d'encourager les animateurs socio-éducatifs et les responsables des associations à tenir compte de la réalité sociale et culturelle des pays tiers dans leur travail avec les jeunes, en soutenant ainsi les efforts des Etats membres, afin de prévenir l'intolérance, le racisme et la xénophobie et de promouvoir la solidarité.