Zonder uitspraak te doen over de vraag of de Koning, bij de omzetting in het i
nterne recht van de voormelde richtlijn, in hoge mate gebonden was door de inhoud van de om te zetten bepalingen van die
richtlijn, stelt het Hof vast dat uit de lezing van het in het geding zijnde koninklijk besluit en van de aan de reisbureaus gewijde bepalingen van de
richtlijn blijkt dat de Koning de bewoordingen van de
richtlijn in ruime mate heeft overgenomen, waarbij Hij zich heeft beperkt tot wat noodzakelijk was opdat België zich zou conformeren aan de Europese normen,
...[+++]na een ingebrekestelling door de Europese Commissie.