31. herinnert eraan dat hoewel arme landen het minst hebben bijgedragen aan de toename van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer, zij het kwetsbaarst zijn voor de gevolgen van de klimaatverandering en het minst in staat zijn zich eraan aan te passen; dringt er bij de EU op aan te streven naar overeenkomsten over klimaatfinanciering, technologieoverdracht en capaciteitsopbouw;
31. rappelle que si les pays pauvres ont le moins contribué à la concentration croissante de gaz à effet de serre dans l'atmosphère, ce sont eux qui sont les plus vulnérables aux incidences du changement climatique et qui sont les moins aptes à s'y adapter; demande que l'Union européenne œuvre à la mise en place d'accords en matière de financement de la lutte contre le changement climatique, de transfert de technologies et de renforcement des capacités;