Traduction de «aan de vn-leden om „concrete » (Néerlandais → Français) :

Naar aanleiding van de Resoluties 61/75 van 6 december 2006 en 62/43 van 5 december 2007 van de Algemene Vergadering van de VN, over transparantie- en vertrouwenwekkende maatregelen bij ruimteactiviteiten en als reactie op het verzoek van de secretaris-generaal van de VN aan de VN-leden om „concrete voorstellen” inzake transparantie- en vertrouwenwekkende maatregelen, presenteerde de Unie in september 2007 het voorstel voor een vrijwillige gedragscode.
Faisant suite à la résolution 61/75 de l'Assemblée générale des Nations unies du 6 décembre 2006 et à la résolution 62/43 du 5 décembre 2007 intitulée «Mesures de transparence et de confiance relatives aux activités spatiales», et en réponse à une demande du secrétaire général des Nations unies adressée aux membres des Nations unies pour qu'ils fassent des «propositions concrètes» sur des mesures de transparence et de confiance, l'Union a présenté en septembre 2007 une proposition de code de conduite volontaire.

4. Welke beleidsmaatregelen, campagnes of andere acties plant u te nemen die de steun van België aan de VN-campagne HeForShe concreter maken?
4. Quelles mesures stratégiques, campagnes ou autres initiatives envisagez-vous afin de concrétiser davantage le soutien de la Belgique à la campagne HeForShe des Nations Unies?

Het Actiekader van Hyogo (AKH) voor het opbouwen van de herstelcapaciteit van landen en gemeenschappen na rampen is een plan dat door 168 VN-leden werd goedgekeurd. Zij zegden op vrijwillige wijze toe te zullen werken aan vijf actieprioriteiten met als doel de wereld beter te beschermen tegen rampen en herstelcapaciteit op te bouwen.
Le cadre d’action de Hyogo (CAH) «pour des nations et des collectivités résilientes face aux catastrophes» est un plan décennal adopté par 168 États membres des Nations unies qui se sont volontairement engagés à travailler sur cinq priorités d’action dans le but d'aider les nations à réduire l'exposition aux risques naturels et de renforcer les capacités de résilience face aux catastrophes.

5 AUGUSTUS 2016. - Ministerieel besluit tot bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen bedoeld in artikel 1/1 van de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties in toepassing van de resoluties betreffende ISIS (Da'esh), Al-Qaida en daarmee verbonden personen, entiteiten of groeperingen De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties, artikel 1/1; Gelet op het overleg met de bevoegde gerechtelijke overheid; Overwegende resoluties 1267 (1999), 1333 (2000), 1363 (2001), 1373 (2001), 1390 (2002), 1452 (2002), 1455 (2003), 1526 (2004), 1566 (2004), 1617 (2005), 1624 (2005), 1699 (2006), 1730 (2006), 1735 (2006), 1822 (2008), 1904 (2009), 1988 (2011), 1989 (2011), 2083 (2012), 2133 (2014), 2170 (2014), 2178 (2014), 2195 (2014), 2199 (2015), 2214 (2015), 2249 (2015) en 2253 (2015) aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties; Overwegende Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB van de Raad van 27 mei 2002 betreffende beperkende maatregelen tegen de leden van de organisaties ISIS (Da'esh) en Al-Qaida en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten; Overwegende Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al-Qaida; Overwegende de mededeling SC/12472 van 3 augustus 2016 van het comité van de VN-Veiligheidsraad opgericht krachtens Resolutie 1267 (1999) van de VN-Veiligheidsraad betreffende ISIS (Da'esh) en Al-Qaida die twee namen toevoegt aan de lijst van de personen, entiteiten of groeperingen geviseerd door de sancties tegen ISIS (Da'esh), Al-Qaida en daarmee verbonden personen, entiteiten of groeperingen; Overwegende dat het aangewezen is om on ...
5 AOUT 2016. - Arrêté ministériel relatif au gel des avoirs et autres moyens financiers visés par l'article 1/1 de la loi du 11 mai 1995 relative à la mise en oeuvre des décisions du Conseil de Sécurité de l'Organisation des Nations unies en exécution des résolutions concernant l'EIIL (Daech), Al-Qaida et les personnes, entités ou groupements qui leur sont associés Le Ministre des Finances, Vu la loi du 11 mai 1995 relative à la mise en oeuvre des décisions du Conseil de Sécurité de l'Organisation des Nations unies, article 1/1; Vu la concertation avec l'autorité judiciaire compétente; Considérant les résolutions 1267 (1999), 1333 (2000), 1363 (2001), 1373 (2001), 1390 (2002), 1452 (2002), 1455 (2003), 1526 (2004), 1566 (2004), 1617 (2005), 1624 (2005), 1699 (2006), 1730 (2006), 1735 (2006), 1822 (2008), 1904 (2009), 1988 (2011), 1989 (2011), 2083 (2012), 2133 (2014), 2170 (2014), 2178 (2014), 2195 (2014), 2199 (2015), 2214 (2015), 2249 (2015) et 2253 (2015) adoptées par le Conseil de Sécurité des Nations Unies; Considérant la Position Commune 2002/402/PESC du Conseil du 27 mai 2002 concernant des mesures restrictives à l'encontre des membres des organisations l'EIIL (Daech) et Al-Qaida ainsi que d'autres personnes, groupes, entreprises et entités associés; Considérant le Règlement (CE) n° 881/2002 du Conseil du 27 mai 2002 instituant certaines mesures restrictives spécifiques à l'encontre de certaines personnes et entités liées aux organisations EIIL (Daech) et Al-Qaida; Considérant la communication SC/12472 du 3 août 2016 du comité du Conseil de sécurité des Nations unies créé par la résolution 1267 (1999) du Conseil de sécurité concernant l'EIIL (Daech) et Al-Qaida, ajoutant deux noms à la liste des personnes, entités ou groupements visés par les sanctions contre l'EIIL (Daech), Al-Qaida et les personnes, entités ou groupements qui leur sont associés; Considérant qu'il convient de prendre des mesures immédiatement afin que la Belgique satisfasse à ses obli ...

21 APRIL 2016. - Ministerieel besluit tot bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen bedoeld in artikel 1/1 van de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties in toepassing van de resoluties betreffende ISIS (Da'esh), Al-Qaida en daarmee verbonden personen, entiteiten of groeperingen De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties, artikel 1/1; Gelet op het overleg met de bevoegde gerechtelijke overheid; Overwegende resoluties 1267 (1999), 1333 (2000), 1363 (2001), 1373 (2001), 1390 (2002), 1452 (2002), 1455 (2003), 1526 (2004), 1566 (2004), 1617 (2005), 1624 (2005), 1699 (2006), 1730 (2006), 1735 (2006), 1822 (2008), 1904 (2009), 1988 (2011), 1989 (2011), 2083 (2012), 2133 (2014), 2170 (2014), 2178 (2014), 2195 (2014), 2199 (2015), 2214 (2015), 2249 (2015) en 2253 (2015) aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties; Overwegende Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB van de Raad van 27 mei 2002 betreffende beperkende maatregelen tegen de leden van de organisaties ISIS (Da'esh) en Al-Qaida en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten; Overwegende Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al-Qaida; Overwegende de mededeling SC/12332 van 20 april 2016 van het comité van de VN-Veiligheidsraad opgericht krachtens Resolutie 1267 (1999) van de VN-Veiligheidsraad betreffende ISIS (Da'esh) en Al-Qaida die vijf namen toevoegt aan de lijst van de personen, entiteiten of groeperingen geviseerd door de sancties tegen ISIS (Da'esh), Al-Qaida en daarmee verbonden personen, entiteiten of groeperingen; Overwegende dat het aangewezen is om onmidd ...
21 AVRIL 2016. - Arrêté ministériel relatif au gel des avoirs et autres moyens financiers visés par l'article 1/1 de la loi du 11 mai 1995 relative à la mise en oeuvre des décisions du Conseil de Sécurité de l'Organisation des Nations Unies en exécution des résolutions concernant l'EIIL (Daech), Al-Qaida et les personnes, entités ou groupements qui leur sont associés Le Ministre des Finances, Vu la loi du 11 mai 1995 relative à la mise en oeuvre des décisions du Conseil de Sécurité de l'Organisation des Nations Unies, article 1/1; Vu la concertation avec l'autorité judiciaire compétente; Considérant les résolutions 1267 (1999), 1333 (2000), 1363 (2001), 1373 (2001), 1390 (2002), 1452 (2002), 1455 (2003), 1526 (2004), 1566 (2004), 1617 (2005), 1624 (2005), 1699 (2006), 1730 (2006), 1735 (2006), 1822 (2008), 1904 (2009), 1988 (2011), 1989 (2011), 2083 (2012), 2133 (2014), 2170 (2014), 2178 (2014), 2195 (2014), 2199 (2015), 2214 (2015), 2249 (2015) et 2253 (2015) adoptées par le Conseil de Sécurité des Nations Unies; Considérant la Position Commune 2002/402/PESC du Conseil du 27 mai 2002 concernant des mesures restrictives à l'encontre des membres des organisations l'EIIL (Daech) et Al-Qaida ainsi que d'autres personnes, groupes, entreprises et entités associés; Considérant le Règlement (CE) n° 881/2002 du Conseil du 27 mai 2002 instituant certaines mesures restrictives spécifiques à l'encontre de certaines personnes et entités liées aux organisations EIIL (Daech) et Al-Qaida; Considérant la communication SC/12332 du 20 avril 2016 du comité du Conseil de sécurité des Nations unies créé par la résolution 1267 (1999) du Conseil de sécurité concernant l'EIIL (Daech) et Al-Qaida, ajoutant cinq noms à la liste des personnes, entités ou groupements visés par les sanctions contre l'EIIL (Daech), Al-Qaida et les personnes, entités ou groupements qui leur sont associés; Considérant qu'il convient de prendre des mesures immédiatement afin que la Belgique satisfasse à ses ...

De Veiligheidsraad, het hoogste orgaan van de VN, telt 15 leden waarvan vijf permanente leden en tien leden die door de Algemene Vergadering van de VN worden verkozen.
Le Conseil de sécurité, l'organe suprême des Nations Unies, compte 15 membres dont cinq permanents et dix qui sont élus par l'assemblée générale de l'ONU.

3.a) Heeft u informatie van concrete realisaties van de VN-vredesmissie MINUSCA? b) Wat zijn de belangrijkste taken van "peacekeeping" die deze VN-vredesmissie zal ondernemen?
3. a) Disposez-vous d'informations concernant les réalisations tangibles de la MINUSCA? b) Quelles tâches principales seront accomplies pour le maintien de la paix dans le cadre de cette mission?

De lidstaten van de EU dragen ongeveer 37% bij aan de gewone begroting van de VN en ongeveer 50% van alle bijdragen van VN-leden aan VN-fondsen en -programma's. Verder leveren zowel de lidstaten als de EG aanzienlijke vrijwillige bijdragen.
Les États membres de l'UE contribuent à raison de 37% environ du budget ordinaire des Nations unies et de 50% environ du total des contributions des pays membres de l'Organisation aux fonds et programmes des Nations unies.

In de VN-mensenrechtencommissie worden landenresoluties de laatste tijd steeds vaker verworpen, terwijl de overgrote meerderheid van de VN-leden terugschrikt voor speciale procedures [29], hetgeen betekent dat de mensenrechtensituatie in een land of een bepaald thema onder de loep wordt genomen.
Depuis peu, la CDH a tendance à rejeter de plus en plus souvent les résolutions visant un pays, dans la mesure où la grande majorité des membres des Nations unies hésitent à recourir aux procédures spéciales [29], qui déclencheraient un examen approfondi de la situation des droits de l'homme dans un pays donné ou sur un thème précis.

Door de numerieke uitbreiding van de EU zal deze uiteindelijk bijna 15% van de VN-leden vertegenwoordigen. Dit creëert zowel kansen als uitdagingen, met name voor de doeltreffendheid, of zelfs levensvatbaarheid van EU-coördinatie.
Une fois que les nouveaux États membres seront venus grossir ses rangs, l'UE représentera environ 15% des pays membres de l'ONU. Ce renforcement numérique ouvrira des perspectives positives, mais peut aussi se révéler délicat, notamment sur le plan de l'efficacité et de la viabilité de la coordination interne.