D
e lidstaten dienen de mogelijkheid te hebben af te wijken van de v
erplichting van het uitvoeren van een individuele beoordeling indien de omstandigheden van de zaak dit rechtvaardigen, onder andere rekening houdend met de ernst van het ten laste gelegde strafbare feit en de maatregelen die genomen zouden ku
nnen worden als het kind schuldig wordt bevonden aan dat strafb
...[+++]are feit, en mits de afwijking verenigbaar is met het belang van het kind.
Les États membres devraient pouvoir déroger à l'obligation de procéder à une évaluation personnalisée lorsqu'une telle dérogation se justifie dans les circonstances de l'espèce, compte tenu, notamment, de la gravité de l'infraction pénale alléguée et des mesures susceptibles d'être prises si l'enfant est reconnu coupable de ladite infraction, pour autant que la dérogation soit compatible avec l'intérêt supérieur de l'enfant.