« 7° Tenzij het anders vermeld wordt in de milieuvergunning, moeten bij gebruik van creosoot de vacuümpomp en de drukaflaatleidingen uitgerust zijn met voorzieningen, bijvoorbeeld spatvanger en oliemistfilter, die voorkomen dat het impregneermiddel zich tijdens het proces via de luchtinlaat in de atmosfeer kan verspreiden.
« 7° Sauf disposition contraire dans l'autorisation écologique, en cas d'utilisation de créosote, la pompe à vide et les conduits d'évacuation de la pression doivent être équipés de dispositifs, par exemple un collecteur d'éclaboussures et un filtre à brouillard d'huile, qui empêchent que le produit d'imprégnation se répande dans l'atmosphère via l'arrivée d'air pendant le processus.
