In afwijking van het eerste en tweede lid wordt het aantal betoelaagde dagen na toepassing van artikel 3, § 4, eerste en tweede lid, 3°, evenwel vermenigvuldigd met het aantal werkdagen dat ligt tussen de start van de organisatie van de extra ritten en 30 juni, en vervolgens gedeeld door 201,4.
Par dérogation aux alinéas premier et deux, le nombre de jours subventionnés après application de l'article 3, § 4, alinéas premier et deux, 3°, est toutefois multiplié par le nombre de jours ouvrables compris entre le début de l'organisation des trajets supplémentaires et le 30 juin, et divisé ensuite par 201,4.