Zij hebben echter ook omvallende instellingen van de ondergang gered en crediteuren ondersteund tegen een hoge prijs voor de overheidsfinanciën: de EU-regeringen hebben steun toegezegd ten belope van ongeveer 30 % van het bbp van de EU en 13 % daarvan is daadwerkelijk gebruikt[1]. Deze overheidsinterventies hebben de concurrentieomstandigheden op de interne markt flink door elkaar geschud[2].
Mais elles ont aussi maintenu à flot des établissements défaillants et leurs créanciers, ce qui a représenté un coût énorme pour les finances publiques: les engagements d'aide pris par les gouvernements de l'UE se montent à environ 30 % du PIB de l'UE, et l'aide utilisée à 13 %[1]. Ces interventions publiques ont aussi eu un impact significatif sur l'égalité des conditions de concurrence dans le marché intérieur[2].