2. Indien de verwer
ver van de in lid 1 bedoelde deelnemingen een kredietinstelling, verzekeringsonderneming of beleggingsonderneming is waaraan in een andere lidstaat vergunning is verleend, of een moeder
onderneming van een kredietinstelling, verzekeringsonderneming of beleggingsonderneming waaraan in een andere lidstaat vergunning is verleend, of een natuurlijke of rechtspersoon die zeggenschap uitoefent over een kredietinstelling, verzekeringsonderneming of beleggingsonderneming waaraan in een andere lidstaat vergunning is verleend,
...[+++] en indien de entiteit waarin de verwerver een deelneming wil verkrijgen, daardoor een dochteronderneming van de verwerver wordt of onder zijn zeggenschap komt, moet de beoordeling van de deelneming het voorwerp uitmaken van een voorafgaande raadpleging als bedoeld in artikel 12".
2. Si l'acquéreur d'une participation visée au paragraphe 1 est un établissement de crédit agréé, une entreprise d'assurance agréée ou une entreprise d'investissement agréée dans un autre État membre, ou l'entreprise mère d'une telle entité, ou une personne physique ou morale contrôlant cette entité, et si, en conséquence de cette acquisition, l'entreprise dans laquelle l'acquéreur se propose de détenir une participation doit devenir une filiale dudit acquéreur ou être contrôlée par lui, l'évaluation de son acquisition est soumise à la procédure de consultation préalable visée à l'article 12".