Traduction de «β-adrenergische receptoren » (Néerlandais → Français) :

Atenolol Atenolol blokkeert competitief de β-adrenergische receptoren en werkt preferentieel in op de β1-receptoren van het hart.
Aténolol L’aténolol bloque les récepteurs β-adrénergiques par un mécanisme compétitif et agit préférentiellement sur les récepteurs β1 du cœur.

a) Atenolol Atenolol blokkeert competitief de beta-adrenergische receptoren en werkt preferentieel in op de beta-1- receptoren van het hart.
a) Aténolol L’aténolol bloque de manière compétitive les récepteurs bêta-adrénergiques et agit de manière préférentielle sur les récepteurs bêta-1 du cœur.

Atenolol blokkeert competitief de bèta-adrenergische receptoren en werkt preferentieel in op de bèta- 1-receptoren.
L'aténolol bloque les récepteurs bêta-adrénergiques de façon compétitive et agit préférentiellement sur les récepteurs bêta-1.

Atenolol Atenolol blokkeert competitief de bèta-adrenergische receptoren en werkt preferentieel in op de bèta- 1-receptoren van het hart.
Aténolol L'aténolol bloque de façon compétitive les récepteurs bêta-adrénergiques et agit de préférence sur les récepteurs β1 du cœur.

De adrenergische receptoren blijven gevoelig voor adrenerge substanties bij patiënten die methyldopa kregen en bijgevolg blijft de reactie op vasopressoren behouden.
Chez les patients qui ont reçu de la méthyldopa, les récepteurs adrénergiques conservent leur sensibilité aux substances adrénergiques et par conséquent, leur capacité de réponse vasopressive est maintenue.

Een screening van algemene receptor-activiteit in vitro heeft aangetoond dat plerixafor bij een concentratie van 5 µg/ml, een aantal malen hoger dan het maximale niveau in het menselijk systeem, redelijke of sterke bindingsaffiniteit heeft voor verschillende receptoren, voornamelijk in presynaptische zenuwuiteinden in het CZS en/of het PZS (calciumkanaal type N, kaliumkanaal SK CA en receptoren voor histamine H 3 , acetylcholine/muscarine M 1 en M 2 , adrenergisch α1 B en α2 C , neuropeptide Y/Y 1 en glutamaat NMDA polyamine receptors).
Un test in vitro général sur l’activité des récepteurs a démontré que le plérixafor, à une concentration (5 µg/ml) plusieurs fois supérieure au niveau systémique humain maximum, possède une affinité de liaison modérée ou forte à différents récepteurs essentiellement situés sur des terminaisons nerveuses pré-synaptiques dans le SNC et/ou le SNP (récepteurs du canal calcique de type N, du canal potassique SK CA , de l’histamine H 3 , de l’acétylcholine muscarinique M 1 et M 2 , adrénergique α1 B et α2 C , du neuropeptide Y/Y 1 et récepteurs NMDA du glutamate liant les polyamines).