Vanuit een l
outer deontologisch standpunt, werd door de Nationale Raad onderstaand advies uitgebracht : 1°de arbeidsgeneesheer die door de werkgever wordt verzocht om, krachtens artikel 104, § 2, van het algemeen reglement voor de
arbeidsbescherming, personen te onderzoeken die, wegens de aandoeningen waaraan zij lijden een ernstig gevaar voor besmetting of onveiligheid zouden betekenen voor hun gezellen in wer
kplaats of kantoor, moet aan dat verzoek gev ...[+++]olg geven.
lorsque le médecin du travail est invité par l'employeur à examiner, en vertu de l'article 104 §2 du règlement général pour la protection du travail, des personnes qui, en raison des affections dont elles souffrent, représenteraient un grave danger ou une insécurité pour leurs compagnons de bureau ou d'atelier, il donne suite à cette demande.