In 1973 bevestigt de Conventie voor de Rechten van de Mens dat het menselijk lichaam geen voorwerp van handel mag zijn: " Elke persoon kan zijn diensten en zijn tijd aanbieden, maar mag zich niet verkopen of verkocht worden.
En 1973, la Convention des Droits de l’Homme affirme que le corps humain ne peut faire l’objet d'un commerce: « Tout homme peut engager ses services, son temps mais il ne peut se vendre ni être vendu.