Vertaling van "zelden ≥1 10000 shock " (Nederlands → Frans) :

Zelden (> 1/10000, < 1/1000): diarree. Zeer zelden (< 10000): overgevoeligheidsreacties (urticaria, angioneurotisch oedeem, koorts, bronchospasme, larynxspasme, hypotensie, anafylactische shock, eosinofilie, pijn in de borst), soms na een enkele dosis.
Très rare (< 10 000) : réactions d’hypersensibilité (urticaire, œdème angioneurotique, fièvre, bronchospasme, spasme laryngé, hypotension, choc anaphylactique, éosinophilie, douleur thoracique), parfois après l’administration d’une dose unique.

Zelden (≥1/10000, < 1/1000) kunnen humaan normale immunoglobulines een plotselinge daling van de bloeddruk en in uitzonderingsgevallen een anafylactische shock veroorzaken, zelfs wanneer een dergelijke overgevoeligheidsreactie bij de patiënt zich nooit heeft voorgedaan bij een vorige toediening.
Rarement, (≥1/10000, < 1/1000) les immunoglobulines humaines normales peuvent provoquer une chute brutale de la pression artérielle et, dans des cas isolés, un choc anaphylactique, même si le patient n’a pas présenté de réaction d’hypersensibilité lors d’une administration antérieure.

Zeer zelden (< 10000): overgevoeligheidsreacties (netelroos, oedeem van hals en aangezicht, koorts, spasmen van de luchtwegen, spasmen van het strottenhoofd, te lage bloeddruk, veralgemeende allergische shock, toename van het aantal rode bloedcellen in het bloed, pijn in de borst), soms na een enkele dosis.
Troubles généraux et anomalies au site d’administration Fréquent (≥ 1/100, < 1/10) : fatigue. Très rare (< 10 000) : réactions d’hypersensibilité (urticaire, œdème du cou et du visage, fièvre, spasmes des voies respiratoires, spasmes au niveau du larynx, tension sanguine trop faible, choc allergique généralisé, augmentation du nombre de globules blancs dans le sang, douleur thoracique), parfois après l’administration d’une dose unique.

De frequenties zoals vermeld in de tabellen van rubriek 4.8 zijn: zeer vaak (≥ 1/10), vaak ( ≥1/100, < 1/10), soms (≥1/1000, < 1/100), zelden (≥ 1/10000, < 1/1000) en zeer zelden (< 1/10000).
Les fréquences utilisées dans les tableaux de la rubrique 4.8 sont les suivantes: très fréquent (≥ 1/10), fréquent (≥ 1/100 à < 1/10), peu fréquent (≥ 1/1 000 à < 1/100), rare (≥ 1/10 000 à < 1/1 000) et très rare (< 1/10 000).

Bijwerkingen worden gerangschikt volgens frequentie, de frequentste het eerst, volgens de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1000 tot < 1/100); zelden (≥ 1/10000 tot < 1/1000) en zeer zelden (< 1/10000), met inbegrip van geïsoleerde rapporten.
Les réactions indésirables sont classées par ordre de fréquence, en commençant par les plus fréquentes et en utilisant la convention suivante : très fréquentes (≥ 1/10) ; fréquentes (≥ 1/100 à < 1/10) ; peu fréquentes (≥ 1/1000 à < 1/100) ; rares (≥ 1/10000 à < 1/1000) ; très rares (< 1/10000), y compris les rapports isolés.

De frequenties worden als volgt gerangschikt: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100 en < 1/10), soms (≥ 1/1000 en < 1/100), zelden (≥ 1/10000 en < 1/1000) en zeer zelden (< 1/10000).
Les fréquences des effets indésirables sont répertoriées comme suit : très fréquent (≥ 1/10), fréquent (≥ 1/100 et < 1/10), peu fréquent (≥ 1/1 000 et < 1/100), rare (≥ 1/10 000 et < 1/1 000) et très rare (< 1/10 000).

De volgende bijwerkingen kunnen waargenomen worden tijdens de behandeling met perindopril en gerangschikt naar de volgende frequentie: Zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, < 1/10); soms (≥1/1000, < 1/100); zelden (≥1/10000, < 1/1000), zeer zelden (< 1/10000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
La fréquence des effets indésirables susceptibles d’apparaître en cours de traitement est estimée de la façon suivante : Très fréquent (≥ 1/10) ; fréquent (≥ 1/100, < 1/10) ; peu fréquent (≥ 1/1000, < 1/100) ; rare (≥ 1/10000, < 1/1000), très rare (< 1/10000), fréquence indéterminée (ne peut être estimée sur la base des données disponibles).

- zeer zelden (minder dan 1 op de 10000 dieren, inclusief incidentele meldingen)
- très rare (moins d’un animal sur 10 000, y compris les cas isolés)

- zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 op de 10000 dieren)
- rare (entre 1 et 10 animaux sur 10 000)

Samenvatting van het veiligheidsprofiel Overgevoeligheid of allergische reacties (waaronder angio-oedeem, branderig en prikkend gevoel op de infusieplaats, rillingen, blozen, gegeneraliseerde urticaria, hoofdpijn, netelroos, hypotensie, lethargie, misselijkheid, rusteloosheid, tachycardie, gevoel van beklemming op de borst, tintelingen, braken en piepende ademhaling) zijn zelden waargenomen en kunnen in sommige gevallen verergeren tot ernstige anafylaxie (waaronder shock).
Résumé du profil de sécurité Une hypersensibilité ou des réactions allergiques (qui peuvent inclure : angioedème, brûlure et piqûre au site d’injection, frissons, rougeurs, urticaire généralisée, céphalées, urticaire, hypotension, léthargie, nausées, agitation, tachycardie, oppression thoracique, picotements, vomissements, respiration sifflante) ont été rarement observées et peuvent, dans certains cas, évoluer vers une anaphylaxie sévère (y compris un choc).