Gezien de kans op een vermindering van de werkzaamheid van eplerenone wordt het gelijktijdig gebruik van krachtige CYP3A4-inductoren (rifampicine, carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, sint-janskruid) met eplerenone afgeraden (zie rubriek 4.4).
Etant donné le risque de diminution de l’efficacité de l’éplérénone, l’utilisation simultanée d’inducteurs puissants du CYP3A4 (rifampicine, carbamazépine, phénytoïne, phénobarbital, millepertuis) avec l’éplérénone n’est pas recommandée (voir rubrique 4.4).