Vertaling van "werkzame bestanddelen geïnactiveerd blauwtong virus " (Nederlands → Frans) :

Werkzame bestanddelen: Geïnactiveerd Blauwtong Virus, serotype 1, stam BTV-1/ALG2006/01 E1 RP* ≥ 1 Geïnactiveerd Blauwtong Virus, serotype 8, stam BTV-8/BEL2006/02 RP* ≥ 1
Substances actives : Virus de la fièvre catarrhale ovine inactivé, sérotype 1, souche BTV-1/ALG2006/01 E1 AR* ≥ 1 Virus de la fièvre catarrhale ovine inactivé, sérotype 8, souche BTV-8/BEL2006/02 AR* ≥ 1

Werkzame bestanddelen: Geïnactiveerd Blauwtong Virus, serotype 1, stam BTV-1/ALG2006/01 RP* ≥ 1
Principe actif : Virus de la fièvre catarrhale ovine inactivé, sérotype 1, souche BTV-1/ALG2006/01 E1 AR* ≥ 1

Werkzame bestanddelen: Geïnactiveerd Blauwtong Virus, serotype 1, stam BTV-1/ALG2006/01 E1 RP* ≥ 1
Substance(s) active (s) : Virus de la fièvre catarrhale ovine inactivé, sérotype 1, souche BTV-1/ALG2006/01 E1 AR* ≥ 1

Werkzame bestanddelen Geïnactiveerd kattenziektevirus (CU4 stam) Geïnactiveerd feline calicivirus (255 stam) Geïnactiveerd feline rhinotracheïtis virus (605 stam) Geïnactiveerd feline Chlamydofila felis (Cello-stam) Geïnactiveerd kattenleukemievirus (61E stam)
Substances actives Virus inactivé de la panleucopénie féline (souche CU4) Calicivirus félin inactivé (souche 255) Herpèsvirus de la rhinotrachéite féline inactivé (souche 605) Chlamydophila felis inactivée (souche Cello) Virus inactivé de la leucémie féline (souche 61 E) Adjuvants Anhydride maléique d'éthylène (EMA) Néocryl A640 Emulsigène SA

Geïnactiveerd Blauwtong Virus, serotype 1, stam BTV-1/ALG2006/01 E1 RP* ≥ 1 Geïnactiveerd Blauwtong Virus, serotype 8, stam BTV-8/BEL2006/02 RP* ≥ 1
Substance(s) active(s): Virus de la fièvre catarrhale ovine inactivé, sérotype 1, souche BTV-1/ALG2006/01 E1 AR* ≥ 1 Virus de la fièvre catarrhale ovine inactivé, sérotype 8, souche BTV-8/BEL2006/02 AR* ≥ 1

Per 2 ml dosis: Geïnactiveerd Blauwtong Virus, serotype 1, stam BTV-1/ALG2006/01 E1 Geïnactiveerd Blauwtong Virus, serotype 8, stam BTV-8/BEL2006/02 Aluminium hydroxide, saponine en thiomersal
Par dose de 2 ml: Virus de la fièvre catarrhale ovine inactivé, sérotype 1, souche BTV-1/ALG2006/01 E1. Virus de la fièvre catarrhale ovine inactivé, sérotype 8, souche BTV-8/BEL2006/02. Hydroxyde d’aluminium, saponine, thiomersal.

Per 2 ml dosis: Geinactiveerd Blauwtong Virus, serotype 1, stam BTV-1/ALG2006/01 EI Geïnactiveerd Blauwtong Virus, serotype 8, stam BTV-8/BEL2006/02 Aluminium hydroxide, Saponine Thiomersal
Par dose de 2 ml: Virus de la fièvre catarrhale ovine inactivé, sérotype 1, souche BTV-1/ALG2006/01 E1. Virus de la fièvre catarrhale ovine inactivé, sérotype 8, souche BTV-8/BEL2006/02. Hydroxyde d’aluminium, Saponine, Thiomersal.

De werkzame bestanddelen zijn: Gezuiverde difterietoxoïde Gezuiverde tetanustoxoïde Gezuiverde pertussistoxoïde (PTxd) Gezuiverd filamenteus haemagglutinine (FHA) Geïnactiveerd poliovirus type 1 Geïnactiveerd poliovirus type 2 Geïnactiveerd poliovirus type 3
Les substances actives sont : Anatoxine diphtérique purifiée Anatoxine tétanique purifiée Anatoxine coquelucheuse purifiée (PTxd) Hémagglutinine filamenteuse purifiée (FHA) Virus poliomyélitique inactivé de type 1 Virus poliomyélitique inactivé de type 2 Virus poliomyélitique inactivé de type 3 *U.I. : Unité internationale **Quantité d’antigène dans le vaccin

De werking van elk van deze werkzame bestanddelen, ook bekend als antiretrovirale geneesmiddelen, berust op het belemmeren van de normale werking van een enzym (reverse transcriptase) dat voor de vermenigvuldiging van het virus belangrijk is.
Chacune de ces substances actives, aussi connues sous le nom de médicaments antirétroviraux, agit en interférant avec une enzyme (la transcriptase inverse), qui est essentielle à la multiplication du virus.

Tenofovirdisoproxil en emtricitabine, twee van de werkzame bestanddelen in Atripla, vertonen enige activiteit tegen hepatitis B-virus, alhoewel emtricitabine niet is goedgekeurd voor de behandeling van infectie met hepatitis B. Symptomen van uw hepatitis kunnen na het stoppen met Atripla verergeren.
Le ténofovir disoproxil et l’emtricitabine, deux des substances actives contenues dans Atripla, ont une activité contre le virus de l’hépatite B bien que l’usage de l’emtricitabine ne soit pas approuvé pour le traitement de l’infection par l’hépatite B. Les symptômes de votre hépatite peuvent s’aggraver après l’arrêt du traitement par Atripla.